Angst bij kinderen: symptomen, oorzaken en behandelingen
Angst bij kinderen kan als een symptoom optreden in het dagelijks leven van het kind. Of het kan buitensporig zijn en het functioneren zodanig belemmeren dat het een angststoornis wordt. Er zijn verschillende soorten angst, hoewel we ons in dit artikel hebben gericht op drie van de meest voorkomende.
Angst is een algemene staat van overactivering van het organisme waarin fysiologische symptomen optreden, maar ook cognitieve en emotionele symptomen. Bij kinderen kan het opsporen van dit laatste iets gecompliceerder zijn, dus de behandelingen richten zich op het trainen van kinderen om angst te leren herkennen en beheersen.
Welke symptomen brengt angst bij kinderen met zich mee? Wat zijn enkele van de mogelijke oorzaken? Hoe het te bestrijden? We zullen al deze antwoorden kennen volgens de referentiehandleidingen in de kinderpsychologie.
Angst bij kinderen: wat is het?
Angst wordt gedefinieerd als een toestand van overactivering van het lichaam, vergezeld van andere fysieke, cognitieve en emotionele symptomen. Het is een reactie die optreedt zonder duidelijke externe dreiging.
In het geval van angst bij kinderen kan dit erg lijken op dat van volwassenen, hoewel het ook onderscheidende kenmerken vertoont, afhankelijk van het geval.
Angst versus vrees
We moeten angst niet verwarren met vrees. Angst bij kinderen is meer diffuus en minder specifiek dan vrees. Bovendien verschijnt het zonder duidelijke oorzaak.
Angst is meestal een anticiperende reactie op gevaar en hoeft niet echt te zijn. Aan de andere kant is vrees een normale reactie op mogelijk gevaar (dat wil zeggen, het is een adaptieve reactie). Wanneer het echter buitensporig is spreken we van een fobie.
“Je angst eindigt wanneer je geest beseft dat zij het is die die angst creëert.”
-Anoniem-
Angst versus zorgen
We moeten ook een onderscheid maken tussen angst in de kindertijd en louter zorgen. De angstreactie wordt dus gekenmerkt door zijn fysiologische component; de cognitieve component verschijnt later, als interpretatie van de fysieke reactie.
Aan de andere kant, in het geval van piekeren, is de centrale component cognitief en niet fysiologisch. Hierna kunnen verschillende fysiologische reacties worden uitgedrukt.
Angststoornissen bij kinderen
Net als bij volwassenen manifesteert angst bij kinderen zich door verschillende stoornissen. We gaan drie van de meest voorkomende zien, hoewel er meer zijn.
Specifieke fobieën
Specifieke fobieën zijn een van de meest voorkomende uitingen van angst bij kinderen. Ze bestaan uit aanhoudende angsten voor objecten of specifieke situaties die het functioneren van het kind verstoren. Ze dragen een hoog ongemak met zich mee in de aanwezigheid van de fobische stimulus, evenals het vermijden van de situatie.
Volgens een studie van Güerre & Ogando (2014 – Spaanse link), gepubliceerd in Anales de Pediatría Continuada, zijn de meest voorkomende fobieën en angsten in de kindertijd die welke te maken hebben met de volgende objecten of situaties:
- Hoogtes, vreemden en gehechtheidsfiguren (vanaf 6 maanden).
- Scheiding, monsters en duisternis (2,5-6 jaar – Spaanse link).
- Schade oplopen, natuurrampen en ziek worden (vanaf 6 jaar).
Een studie van Ollendick et al. (2010 – Engelse link) en nog een door Brent et al. (1999) suggereren dat volwassenen die vanaf hun kindertijd fobieën hebben, repercussies zullen hebben in hun sociale, werk- en persoonlijke leven, met een verslechterende kwaliteit.
In feite kan elke aandoening die chronisch wordt van de kindertijd tot de volwassenheid zeer schadelijke gevolgen hebben voor de gezondheid, dus een vroege en tijdige behandeling is altijd de ideale optie.
Paniekstoornis
Angst bij kinderen kan ook de vorm aannemen van een paniekstoornis, die volgens de ‘Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders’ (DSM-5 – Spaanse link) gepaard gaat met herhaalde en onverwachte paniekaanvallen zonder specifieke trigger, samen met rusteloosheid, angst en angst voor de mogelijkheid dat ze opnieuw zullen optreden.
Op deze manier beperkt de angst voor een nieuwe crisis de dagelijkse activiteiten van de persoon. Hoewel deze aandoening ook bij kinderen kan voorkomen, komt deze vaker voor bij adolescenten, aangezien de persoon in kwestie voldoende cognitief vermogen moet hebben om fysiologische gewaarwordingen te interpreteren.
Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)
Bij GAS in de kindertijd ontstaat er overmatige bezorgdheid over meerdere zaken die het leven van het kind verstoren. Het is een zeer moeilijk te beheersen zorg die de hele mentale ruimte binnendringt.
Bovendien is het niet gerelateerd aan een specifieke stimulus. Net als in het vorige geval komt het ook vaker voor bij adolescenten dan bij kinderen, wanneer hun cognitieve vermogen hen in staat stelt na te denken over toekomstige situaties.
Oorzaken van angst bij kinderen
De oorzaken van angst bij kinderen kunnen heel divers zijn. Op een generieke manier kunnen we het hebben over verschillende typen:
- Dood of ziekte van een geliefde of familielid: dit feit kan gevoelens van onzekerheid, hulpeloosheid en angst oproepen bij het kind dat bang is dat de situatie zich opnieuw zal voordoen of dat bang is zijn ouders te verliezen.
- Nalatig, inconsistent of overbezorgd onderwijs: de opvoedingsstijlen van ouders kunnen ook de schijn van angst in de kindertijd beïnvloeden.
- Traumatische ervaringen: deze oorzaak houdt verband met het optreden van specifieke fobieën (bijvoorbeeld wanneer gebeten door een hond). Andere traumatische ervaringen houden ook verband met angst in de kindertijd, zoals een ongeluk of diefstal.
- Problemen op school: gepest worden kan angst en andere somatische en fysiologische symptomen bij het kind veroorzaken.
- Kwetsbaarheid/temperament: het is gebleken dat veel van de angststoornissen een genetische basis hebben. Dat wil zeggen dat er mensen zijn die kwetsbaarder zijn om ze te presenteren dan anderen.
Behandelingen voor angst bij kinderen
Volgens de Child and Adolescent Clinical Psychology Manual van Caballo et al. (2002 – Spaanse link) zijn er bij de behandeling van angst bij kinderen een reeks gemeenschappelijke elementen (technieken), namelijk vier:
- Angst psycho-educatie.
- Cognitieve herstructurering.
- Tentoonstelling in verbeelding en live.
- Ontspanning.
Elke aandoening vereist een groter gewicht van een van de elementen van de behandeling, naast een gespecialiseerde en gepersonaliseerde aanpak. Gedragsstrategieën worden gebruikt bij kinderen, terwijl cognitieve strategieën worden gebruikt bij adolescenten.
Benadering van elke aandoening
Bij GAS zal het fundamentele element van de behandeling bijvoorbeeld cognitieve herstructurering zijn, waarbij het de bedoeling is dat het kind zijn negatieve en catastrofale gedachten verandert in meer functionele. De RC is erg handig om overmatig te piekeren.
De GAD maakt ook gebruik van ontspanning, versterkte oefening (versterk de vooruitgang van het kind) en probleemoplossing. Een andere veelgebruikte techniek bij deze stoornis in de kindertijd is The Coping Cat (‘de bekwame kat’ volgens de Engelse betekenis); een pakket sessies cognitieve gedragstechnieken.
Aan de andere kant wordt bij fobieën psycho-educatie gebruikt, zodat ouders en kinderen begrijpen hoe het probleem werkt. Het omvat ook oefening in ontspanning en copingvaardigheden, evenals progressieve blootstelling aan fobische stimuli.
Bij de behandeling van een paniekstoornis is er altijd een educatieve fase. Het belangrijkste element in dit type interventie is de blootstelling van het kind aan de interne signalen die hij probeert te vermijden. Daarnaast wordt er een ontspanningstraining gegeven waardoor het kind geleidelijk de controle krijgt over de fysiologische activering van zijn lichaam.
Wat de handleidingen niet uitleggen
Bij angst in de kindertijd is het essentieel dat het kind, om het te leren beheersen, eerst de emotie begrijpt die het heeft veroorzaakt (als er geen emotie is, tenminste dat ze de oorzaak begrijpen). Hiervoor is het erg handig om oefeningen uit te voeren waarin ze angst naar buiten brengen.
Een voorbeeld hiervan is het gebruik van een tekening: laat ze een silhouet tekenen waarin ze aangeven waar ze angst voelen (zo kunnen ze fysiologische reacties begrijpen als signalen van emotie). Tot slot zal het bij het werken aan angst bij kinderen erg nuttig zijn om hen ontspanningstechnieken te leren door middel van ademhaling, mindfulness of veiligheidsobjecten (een deken, een knuffeldier, een boek, een amulet).
Aan de andere kant zal het oefenen van coping in de verbeelding, met speelgoed of in een tekening, hen in staat stellen gevoelens van bekwaamheid te ervaren en hun zelfvertrouwen te versterken.
- American Psychiatric Association (2014). DSM-5. Manual diagnóstico y estadístico de los trastornos mentales. Madrid: Panamericana.
- Belloch, A., Sandín, B. y Ramos, F. (2010). Manual de Psicopatología. Volumen I y II. Madrid: McGraw-Hill.
- Caballo, V. y Simón, M.A. (2002). Manual de Psicología Clínica Infantil y del adolescente. Trastornos generales. Pirámide. Madrid.
- Colomer-Revuelta, et al. (2004). La salud en la infancia. Gaceta Sanitaria, 18(4).
- Comeche, M.I. y Vallejo, M.A. (2016). Manual de terapia de conducta en la infancia. Dykinson. Madrid
- Güerre, M.J. & Ogando, N. (2014). An Pediatr Contin, 12(5): 264-268.