Verschillen tussen A1 melk en A2 melk
Tegenwoordig is er een breed scala aan soorten melk in supermarkten. We vinden magere, lactosevrije, halfvolle, plantaardige melk en vele anderen. Het is vaak moeilijk om hiertussen te kiezen, vooral als je prioriteit wilt geven aan hun voordelen en eigenschappen. Vandaag leren we je de verschillen tussen A1 melk en A2 melk.
Aangezien zuivelcomponenten zoals melk een essentieel voedingsmiddel zijn in een uitgebalanceerd dieet, moet je de verschillen kennen tussen A1 melk en A2 melk. Als je dit weet, kun je de problemen verminderen die gepaard gaan met de consumptie ervan, zoals ontstekingen en gastro-intestinale stoornissen. We laten je zien hoe ze verschillen en welke je moet kopen.
Belangrijkste verschillen tussen A1 melk en A2 melk
Het eerste dat je moet weten over de verschillen tussen A1 melk en A2 melk, is dat het product van het ene of het andere type afhangt van het eiwit dat de melk bevat.
Experts (Engelse link) wijzen erop dat een van beide of beide in melk tot uiting kunnen komen, afhankelijk van de genetische samenstelling van individuele koeien. Dat wil zeggen, een bepaald type koe produceert melk met het A1-eiwit (A1 beta-caseïne) en een ander type koe produceert melk met het A2-eiwit (A2 beta-caseïne).
Eiwitten verschillen qua structuur van elkaar door een aminozuursubstitutie op positie 67. Het A1-bèta-caseïne-eiwit bevat op deze positie een histidine-residu (ook de varianten ervan, zoals B en C)
Het bèta-caseïne-eiwit A2 bevat op deze plaats een proline-residu (evenals de varianten ervan, zoals A3 en D). De verandering in het aminozuur in het A1-eiwit zorgt ervoor dat het peptide BCM-7 (bèta-caseïne-morfine) wordt gegenereerd tijdens de afbraak ervan.
Studies en onderzoek (Engelse links) hebben aangetoond dat dit peptide (gegenereerd na inname van A1 melk) de frequentie en amplitude van darmcontracties bij ratten vermindert. Evenzo is bekend (Engelse link) dat het de secretie van darmslijmvlies verhoogt en er zijn aanwijzingen (Engelse link) dat het de proliferatie van lymfocyten onderdrukt.
A1 melk en de gezondheid
Door al deze gevolgen zijn velen gaan geloven dat veel gevallen van lactose-intolerantie in feite een reactie zijn op de afbraak van dit peptide.
Er zijn ook aanwijzingen (Engelse link) dat een overmatige consumptie van A1 melk verband houdt met het ontstaan van hart- en vaatziekten. Evenzo hebben auteurs (Engelse link) het in verband gebracht met een hogere prevalentie van diabetes type 1.
Ondanks dit alles debatteren onderzoekers (Engelse link) nog steeds over wat de werkelijke schadelijke effecten en voordelen zijn van het kiezen van het ene of het andere type eiwit bij mensen. Het debat is niet gesloten, en denk er ook aan dat niet iedereen er hetzelfde op reageert tijdens consumptie.
Wat is de beste melk voor jou?
Het bovenstaande is misschien erg technisch, maar wat echt van belang is, is welke melk voor jou het best is. We hebben al vermeld dat er geen consensus is onder specialisten, dus het laatste woord is aan jou. Zeker, sommige mensen reageren beter op het drinken van A1 melk, terwijl anderen comfortabel zijn met A2 melk.
Als je maag-darmproblemen hebt bij het drinken van melk, kun je in het algemeen beter kiezen voor type A2. Tijdens de ontbinding zullen de typische gevolgen zoals een opgeblazen gevoel, maagklachten of diarree niet optreden. Qua voedingswaarde zijn er geen grote verschillen tussen A1 melk en A2 melk, dus je brengt je dieet niet in gevaar.
Het A1-eiwit wordt aangetroffen in de melk van de koeienrassen Ayrshire, British Shorthorn en Holstein-Friesian. Dat wil zeggen, die uit Noord-Europa. Het A2-eiwit van zijn kant wordt aangetroffen in de melk van de koeienrassen Charolais, Guernsey, Jersey en Limousin. Over het algemeen degenen die uit het zuiden van Frankrijk en de Kanaaleilanden komen.
Onthoud tot slot dat de aanwezigheid van beide eiwitten in melk volkomen natuurlijk is. Het A2-eiwit zit al duizenden jaren in melk, en pas door een recente toevallige mutatie manifesteerden veel koeien het A1-eiwit..
Houd er ook rekening mee dat The A2 Milk Company het monopolie heeft op melk met A2-eiwit en verantwoordelijk is voor de promotie van haar product door middel van studies en advertenties. Maak je keuze op basis van dat laatste en onthoud dat er ook plantaardige alternatieven op de markt zijn.
- Becker A, Hempel G, Grecksch G, Matthies H. Effects of beta-casomorphin derivatives on gastrointestinal transit in mice. Biomed Biochim Acta. 1990;49(11):1203-7.
- Birgisdottir BE, Hill JP, Thorsson AV, Thorsdottir I. Lower consumption of cow milk protein A1 beta-casein at 2 years of age, rather than consumption among 11- to 14-year-old adolescents, may explain the lower incidence of type 1 diabetes in Iceland than in Scandinavia. Ann Nutr Metab. 2006;50(3):177-83.
- Claustre J, Toumi F, Trompette A, Jourdan G, Guignard H, Chayvialle JA, Plaisancié P. Effects of peptides derived from dietary proteins on mucus secretion in rat jejunum. Am J Physiol Gastrointest Liver Physiol. 2002 Sep;283(3):G521-8.
- Defilippi C, Gomez E, Charlin V, Silva C. Inhibition of small intestinal motility by casein: a role of beta casomorphins? Nutrition. 1995 Nov-Dec;11(6):751-4.
- Elitsur Y, Luk GD. Beta-casomorphin (BCM) and human colonic lamina propria lymphocyte proliferation. Clin Exp Immunol. 1991 Sep;85(3):493-7.
- Hohmann LG, Yin T, Schweizer H, Giambra IJ, König S, Scholz AM. Comparative Effects of Milk Containing A1 versus A2 β-Casein on Health, Growth and β-Casomorphin-7 Level in Plasma of Neonatal Dairy Calves. Animals (Basel). 2020;11(1):55. Published 2020 Dec 30.
- Jianqin S, Leiming X, Lu X, Yelland GW, Ni J, Clarke AJ. Effects of milk containing only A2 beta casein versus milk containing both A1 and A2 beta casein proteins on gastrointestinal physiology, symptoms of discomfort, and cognitive behavior of people with self-reported intolerance to traditional cows’ milk [published correction appears in Nutr J. 2016;15(1):45]. Nutr J. 2016;15:35. Published 2016 Apr 2.
- McLachlan CN. beta-casein A1, ischaemic heart disease mortality, and other illnesses. Med Hypotheses. 2001 Feb;56(2):262-72.